Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (UK)

cms/verbs-webp/97593982.webp
prepare
A delicious breakfast is prepared!
bereiden
Er wordt een heerlijk ontbijt bereid!
cms/verbs-webp/35862456.webp
begin
A new life begins with marriage.
beginnen
Een nieuw leven begint met een huwelijk.
cms/verbs-webp/49374196.webp
fire
My boss has fired me.
ontslaan
Mijn baas heeft me ontslagen.
cms/verbs-webp/101742573.webp
paint
She has painted her hands.
schilderen
Ze heeft haar handen geschilderd.
cms/verbs-webp/53064913.webp
close
She closes the curtains.
sluiten
Ze sluit de gordijnen.
cms/verbs-webp/61280800.webp
exercise restraint
I can’t spend too much money; I have to exercise restraint.
beheersen
Ik kan niet te veel geld uitgeven; ik moet me beheersen.
cms/verbs-webp/122079435.webp
increase
The company has increased its revenue.
verhogen
Het bedrijf heeft zijn omzet verhoogd.
cms/verbs-webp/104825562.webp
set
You have to set the clock.
instellen
Je moet de klok instellen.
cms/verbs-webp/55788145.webp
cover
The child covers its ears.
bedekken
Het kind bedekt zijn oren.
cms/verbs-webp/81236678.webp
miss
She missed an important appointment.
missen
Ze heeft een belangrijke afspraak gemist.
cms/verbs-webp/105934977.webp
generate
We generate electricity with wind and sunlight.
genereren
We genereren elektriciteit met wind en zonlicht.
cms/verbs-webp/110056418.webp
give a speech
The politician is giving a speech in front of many students.
een toespraak houden
De politicus houdt een toespraak voor veel studenten.