Woordenlijst

Leer werkwoorden – Esperanto

cms/verbs-webp/118008920.webp
komenci
Lernejo ĵus komencas por la infanoj.
beginnen
School begint net voor de kinderen.
cms/verbs-webp/1422019.webp
ripeti
Mia papago povas ripeti mian nomon.
herhalen
Mijn papegaai kan mijn naam herhalen.
cms/verbs-webp/1502512.webp
legi
Mi ne povas legi sen okulvitroj.
lezen
Ik kan niet zonder bril lezen.
cms/verbs-webp/114379513.webp
kovri
La akvolilioj kovras la akvon.
bedekken
De waterlelies bedekken het water.
cms/verbs-webp/78973375.webp
akiri malsanan ateston
Li devas akiri malsanan ateston de la kuracisto.
ziektebriefje halen
Hij moet een ziektebriefje halen bij de dokter.
cms/verbs-webp/31726420.webp
turni al
Ili turnas sin al si.
zich wenden tot
Ze wenden zich tot elkaar.
cms/verbs-webp/118868318.webp
ŝati
Ŝi ŝatas ĉokoladon pli ol legomojn.
houden van
Ze houdt meer van chocolade dan van groenten.
cms/verbs-webp/123380041.webp
okazi al
Ĉu io okazis al li en la labora akcidento?
overkomen
Is hem iets overkomen tijdens het werkongeluk?
cms/verbs-webp/102304863.webp
bati
Atentu, la ĉevalo povas bati!
schoppen
Pas op, het paard kan schoppen!
cms/verbs-webp/103232609.webp
ekspozicii
Moderna arto estas ekspoziciata ĉi tie.
tentoonstellen
Hier wordt moderne kunst tentoongesteld.
cms/verbs-webp/101630613.webp
serĉi
La ŝtelisto serĉas la domon.
doorzoeken
De inbreker doorzoekt het huis.
cms/verbs-webp/101765009.webp
akompani
La hundo ilin akompanas.
begeleiden
De hond begeleidt hen.