Woordenlijst

обсуждать

Они обсуждают свои планы.

obsuzhdat‘

Oni obsuzhdayut svoi plany.

bespreken

Ze bespreken hun plannen.

посещать

Ее посещает старый друг.

poseshchat‘

Yeye poseshchayet staryy drug.

bezoeken

Een oude vriend bezoekt haar.

верить

Многие люди верят в Бога.

verit‘

Mnogiye lyudi veryat v Boga.

geloven

Veel mensen geloven in God.

обсуждать

Коллеги обсуждают проблему.

obsuzhdat‘

Kollegi obsuzhdayut problemu.

bespreken

De collega’s bespreken het probleem.

увольнять

Босс уволил его.

uvol‘nyat‘

Boss uvolil yego.

ontslaan

De baas heeft hem ontslagen.

проезжать мимо

Поезд проезжает мимо нас.

proyezzhat‘ mimo

Poyezd proyezzhayet mimo nas.

voorbijgaan

De trein gaat aan ons voorbij.

обратиться

Они обращаются друг к другу.

obratit‘sya

Oni obrashchayutsya drug k drugu.

zich wenden tot

Ze wenden zich tot elkaar.

смотреть

Она смотрит через дырку.

smotret‘

Ona smotrit cherez dyrku.

kijken

Ze kijkt door een gat.

вести

Самый опытный турист всегда ведет.

vesti

Samyy opytnyy turist vsegda vedet.

leiden

De meest ervaren wandelaar leidt altijd.

находить жилье

Мы нашли жилье в дешевом отеле.

nakhodit‘ zhil‘ye

My nashli zhil‘ye v deshevom otele.

onderdak vinden

We vonden onderdak in een goedkoop hotel.

писать

Он написал мне на прошлой неделе.

pisat‘

On napisal mne na proshloy nedele.

schrijven naar

Hij schreef me vorige week.

делать

Вы должны были сделать это час назад!

delat‘

Vy dolzhny byli sdelat‘ eto chas nazad!

doen

Dat had je een uur geleden moeten doen!