Woordenlijst
Adygees – Werkwoorden oefenen

sparen
Mijn kinderen hebben hun eigen geld gespaard.

ritselen
De bladeren ritselen onder mijn voeten.

uitleggen
Opa legt de wereld uit aan zijn kleinzoon.

elkaar aankijken
Ze keken elkaar lang aan.

bewaren
Ik bewaar mijn geld in mijn nachtkastje.

meenemen
We hebben een kerstboom meegenomen.

verrijken
Specerijen verrijken ons eten.

vrienden worden
De twee zijn vrienden geworden.

overnemen
De sprinkhanen hebben de overhand genomen.

zitten
Ze zit bij de zee tijdens zonsondergang.

ontdekken
De zeelieden hebben een nieuw land ontdekt.
