Woordenlijst
Adygees – Werkwoorden oefenen

kijken
Ze kijkt door een verrekijker.

bang zijn
Het kind is bang in het donker.

slaan
Ze slaat de bal over het net.

weggooien
Hij stapt op een weggegooide bananenschil.

activeren
De rook activeerde het alarm.

voorbijgaan
De twee lopen elkaar voorbij.

liegen
Hij liegt vaak als hij iets wil verkopen.

missen
Hij miste de spijker en verwondde zichzelf.

teruggeven
De leraar geeft de essays terug aan de studenten.

voorstellen
Hij stelt zijn nieuwe vriendin voor aan zijn ouders.

uitzetten
Ze zet de elektriciteit uit.
