Woordenlijst

случаться

Во снах происходят странные вещи.

sluchat‘sya

Vo snakh proiskhodyat strannyye veshchi.

gebeuren

Vreemde dingen gebeuren in dromen.

получаться

В этот раз не получилось.

poluchat‘sya

V etot raz ne poluchilos‘.

lukken

Deze keer is het niet gelukt.

удивлять

Она удивила своих родителей подарком.

udivlyat‘

Ona udivila svoikh roditeley podarkom.

verrassen

Ze verraste haar ouders met een cadeau.

прибывать

Самолет прибыл вовремя.

pribyvat‘

Samolet pribyl vovremya.

aankomen

Het vliegtuig is op tijd aangekomen.

доверять

Мы все доверяем друг другу.

doveryat‘

My vse doveryayem drug drugu.

vertrouwen

We vertrouwen elkaar allemaal.

отплывать

Корабль отплывает из гавани.

otplyvat‘

Korabl‘ otplyvayet iz gavani.

vertrekken

Het schip vertrekt uit de haven.

находить обратный путь

Я не могу найти обратный путь.

nakhodit‘ obratnyy put‘

YA ne mogu nayti obratnyy put‘.

de weg terugvinden

Ik kan de weg terug niet vinden.

есть

Что мы хотим есть сегодня?

yest‘

Chto my khotim yest‘ segodnya?

eten

Wat willen we vandaag eten?

преследовать

Ковбой преследует лошадей.

presledovat‘

Kovboy presleduyet loshadey.

achtervolgen

De cowboy achtervolgt de paarden.

перезвонить

Пожалуйста, перезвоните мне завтра.

perezvonit‘

Pozhaluysta, perezvonite mne zavtra.

terugbellen

Bel me morgen alstublieft terug.

подружиться

Эти двое подружились.

podruzhit‘sya

Eti dvoye podruzhilis‘.

vrienden worden

De twee zijn vrienden geworden.

избегать

Ему нужно избегать орехов.

izbegat‘

Yemu nuzhno izbegat‘ orekhov.

vermijden

Hij moet noten vermijden.