Woordenlijst
Adygees – Werkwoorden oefenen

bedekken
Ze heeft het brood met kaas bedekt.

sturen
Hij stuurt een brief.

vernielen
De tornado vernielt veel huizen.

drukken
Boeken en kranten worden gedrukt.

voorbijgaan
De middeleeuwse periode is voorbijgegaan.

luisteren
Hij luistert naar haar.

betalen
Ze betaalde met een creditcard.

drukken
Hij drukt op de knop.

onderstrepen
Hij onderstreepte zijn uitspraak.

rondkomen
Ze moet rondkomen met weinig geld.

annuleren
Hij heeft helaas de vergadering geannuleerd.
