Woordenlijst
Afrikaans – Werkwoorden oefenen

kwaadspreken
De klasgenoten spreken kwaad over haar.

begrijpen
Men kan niet alles over computers begrijpen.

failliet gaan
Het bedrijf gaat waarschijnlijk binnenkort failliet.

achterlaten
Ze hebben hun kind per ongeluk op het station achtergelaten.

belasten
Bedrijven worden op verschillende manieren belast.

onderzoeken
Bloedmonsters worden in dit lab onderzocht.

binnenkomen
Het schip komt de haven binnen.

komen
Ik ben blij dat je bent gekomen!

lukken
Deze keer is het niet gelukt.

vaststellen
De datum wordt vastgesteld.

beïnvloeden
Laat je niet door anderen beïnvloeden!
