Woordenlijst
Afrikaans – Werkwoorden oefenen

genoeg zijn
Dat is genoeg, je irriteert!

bekend zijn met
Ze is niet bekend met elektriciteit.

worden
Ze zijn een goed team geworden.

leren kennen
Vreemde honden willen elkaar leren kennen.

verheugen
Kinderen verheugen zich altijd op sneeuw.

naar beneden kijken
Ze kijkt naar beneden het dal in.

uitspreken
Ze wil zich uitspreken tegen haar vriend.

begrenzen
Hekken begrenzen onze vrijheid.

verkiezen
Veel kinderen verkiezen snoep boven gezonde dingen.

tentoonstellen
Hier wordt moderne kunst tentoongesteld.

kletsen
Hij kletst vaak met zijn buurman.
