Woordenlijst
Afrikaans – Werkwoorden oefenen

parkeren
De auto’s staan in de ondergrondse garage geparkeerd.

walgen van
Ze walgde van spinnen.

wachten
Ze wacht op de bus.

bevelen
Hij beveelt zijn hond.

rennen
Ze rent elke ochtend op het strand.

uitgeven
De uitgever geeft deze tijdschriften uit.

voorzien
Strandstoelen worden voor de vakantiegangers voorzien.

out-of-the-box denken
Om succesvol te zijn, moet je soms out-of-the-box denken.

verbonden zijn
Alle landen op aarde zijn met elkaar verbonden.

begrijpen
Ik kan je niet begrijpen!

naar je toekomen
Het geluk komt naar je toe.
