Woordenlijst
Amharisch – Werkwoorden oefenen

kletsen
Ze kletsen met elkaar.

rondrijden
De auto’s rijden in een cirkel rond.

slaan
Ze slaat de bal over het net.

opkomen voor
De twee vrienden willen altijd voor elkaar opkomen.

op maat snijden
De stof wordt op maat gesneden.

begrijpen
Ik begreep eindelijk de taak!

vermijden
Hij moet noten vermijden.

schrijven
Hij schrijft een brief.

doen voor
Ze willen iets voor hun gezondheid doen.

terugrijden
De moeder rijdt met de dochter terug naar huis.

aan de beurt komen
Even wachten, je komt zo aan de beurt!
