Woordenlijst
Amharisch – Werkwoorden oefenen

slaan
Ze slaat de bal over het net.

overtuigen
Ze moet haar dochter vaak overtuigen om te eten.

opzij zetten
Ik wil elke maand wat geld opzij zetten voor later.

inrichten
Mijn dochter wil haar appartement inrichten.

zitten
Ze zit bij de zee tijdens zonsondergang.

schilderen
Ze heeft haar handen geschilderd.

vastzitten
Ik zit vast en kan geen uitweg vinden.

geld uitgeven
We moeten veel geld uitgeven aan reparaties.

nemen
Ze moet veel medicatie nemen.

vernielen
De tornado vernielt veel huizen.

opschrijven
Ze wil haar zakelijk idee opschrijven.
