Woordenlijst
Arabisch – Werkwoorden oefenen

controleren
De monteur controleert de functies van de auto.

blind worden
De man met de badges is blind geworden.

missen
Hij miste de kans op een doelpunt.

lezen
Ik kan niet zonder bril lezen.

kijken
Ze kijkt door een gat.

dienen
Honden dienen graag hun baasjes.

zwemmen
Ze zwemt regelmatig.

bekend zijn met
Ze is niet bekend met elektriciteit.

liggen
Ze waren moe en gingen liggen.

voorstellen
Hij stelt zijn nieuwe vriendin voor aan zijn ouders.

schoonmaken
Ze maakt de keuken schoon.
