Woordenlijst
Arabisch – Werkwoorden oefenen

opletten
Men moet opletten voor de verkeersborden.

gebeuren
Vreemde dingen gebeuren in dromen.

vertegenwoordigen
Advocaten vertegenwoordigen hun cliënten in de rechtbank.

zoeken naar
De politie zoekt naar de dader.

slagen
De studenten zijn geslaagd voor het examen.

stemmen
Men stemt voor of tegen een kandidaat.

testen
De auto wordt in de werkplaats getest.

opzoeken
Wat je niet weet, moet je opzoeken.

vervangen
De automonteur vervangt de banden.

repareren
Hij wilde de kabel repareren.

durven
Ze durfden uit het vliegtuig te springen.
