Woordenlijst
Arabisch – Werkwoorden oefenen

afwassen
Ik hou niet van afwassen.

gebruiken
Zelfs kleine kinderen gebruiken tablets.

bevestigen
Ze kon het goede nieuws aan haar man bevestigen.

sturen
Ik heb je een bericht gestuurd.

opschrijven
Ze wil haar zakelijk idee opschrijven.

bestaan
Dinosaurussen bestaan tegenwoordig niet meer.

zitten
Er zitten veel mensen in de kamer.

voor laten
Niemand wil hem voor laten gaan bij de kassa van de supermarkt.

duwen
Ze duwen de man het water in.

sterven
Veel mensen sterven in films.

kennen
Ze kent veel boeken bijna uit haar hoofd.
