Woordenlijst
Arabisch – Werkwoorden oefenen

uitknippen
De vormen moeten worden uitgeknipt.

bedekken
Ze bedekt haar gezicht.

roepen
De jongen roept zo luid als hij kan.

verbazen
Ze was verbaasd toen ze het nieuws ontving.

duwen
Ze duwen de man het water in.

uitgaan
De meisjes gaan graag samen uit.

bestrijden
De brandweer bestrijdt het vuur vanuit de lucht.

kopen
Ze willen een huis kopen.

horen
Ik kan je niet horen!

doen voor
Ze willen iets voor hun gezondheid doen.

uitgeven
De uitgever geeft deze tijdschriften uit.
