Woordenlijst
Belarussisch – Werkwoorden oefenen

parkeren
De fietsen staan voor het huis geparkeerd.

teruggaan
Hij kan niet alleen teruggaan.

dichterbij komen
De slakken komen dichter bij elkaar.

uitgaan
Ze stapt uit de auto.

naar huis rijden
Na het winkelen rijden de twee naar huis.

sturen
Hij stuurt een brief.

schilderen
De auto wordt blauw geschilderd.

openen
Het festival werd geopend met vuurwerk.

updaten
Tegenwoordig moet je je kennis voortdurend updaten.

aanbieden
Wat bied je me aan voor mijn vis?

geven
Wat heeft haar vriend haar voor haar verjaardag gegeven?
