Woordenlijst
Belarussisch – Werkwoorden oefenen

toelopen
Het meisje loopt naar haar moeder toe.

trouwen
Minderjarigen mogen niet trouwen.

bouwen
Wanneer werd de Chinese Muur gebouwd?

vergeven
Ik vergeef hem zijn schulden.

vaststellen
De datum wordt vastgesteld.

sturen
Ik heb je een bericht gestuurd.

accepteren
Sommige mensen willen de waarheid niet accepteren.

annuleren
Hij heeft helaas de vergadering geannuleerd.

uitzetten
Ze zet de elektriciteit uit.

meenemen
We hebben een kerstboom meegenomen.

durven
Ik durf niet in het water te springen.
