Woordenlijst
Belarussisch – Werkwoorden oefenen

leiden
Hij leidt het meisje bij de hand.

uitgaan
De meisjes gaan graag samen uit.

bouwen
Wanneer werd de Chinese Muur gebouwd?

bedanken
Ik bedank je er heel erg voor!

liggen
De kinderen liggen samen in het gras.

bezorgen
Onze dochter bezorgt kranten tijdens de vakantie.

bidden
Hij bidt in stilte.

bereiden
Ze bereidt een taart.

gebruiken
We gebruiken gasmaskers in het vuur.

walgen van
Ze walgde van spinnen.

eisen
Hij eiste compensatie van de persoon waarmee hij een ongeluk had.
