Woordenlijst
Bulgaars – Werkwoorden oefenen

beginnen
Een nieuw leven begint met een huwelijk.

huilen
Het kind huilt in het bad.

op maat snijden
De stof wordt op maat gesneden.

rijden
Ze rijden zo snel als ze kunnen.

lukken
Deze keer is het niet gelukt.

teruggaan
Hij kan niet alleen teruggaan.

vaststellen
De datum wordt vastgesteld.

uitzetten
Ze zet de wekker uit.

bedienen
De chef bedient ons vandaag zelf.

vertellen
Ik heb iets belangrijks te vertellen.

vertrekken
Het schip vertrekt uit de haven.
