Woordenlijst
Bulgaars – Werkwoorden oefenen

rijden
Ze rijden zo snel als ze kunnen.

afwassen
Ik hou niet van afwassen.

roepen
De jongen roept zo luid als hij kan.

verhogen
Het bedrijf heeft zijn omzet verhoogd.

afhangen van
Hij is blind en is afhankelijk van hulp van buitenaf.

bevallen
Ze zal binnenkort bevallen.

durven
Ze durfden uit het vliegtuig te springen.

ontslaan
De baas heeft hem ontslagen.

bewust zijn van
Het kind is zich bewust van de ruzie van zijn ouders.

schoppen
Ze schoppen graag, maar alleen bij tafelvoetbal.

samenkomen
Het is fijn als twee mensen samenkomen.
