Woordenlijst
Bengaals – Werkwoorden oefenen

verdwalen
Ik ben onderweg verdwaald.

geloven
Veel mensen geloven in God.

verbonden zijn
Alle landen op aarde zijn met elkaar verbonden.

plezier hebben
We hebben veel plezier gehad op de kermis!

meerijden
Mag ik met je meerijden?

verbazen
Ze was verbaasd toen ze het nieuws ontving.

studeren
De meisjes studeren graag samen.

vergeven
Ik vergeef hem zijn schulden.

branden
Er brandt een vuur in de open haard.

binnenkomen
Kom binnen!

bedienen
De chef bedient ons vandaag zelf.
