Woordenlijst
Bengaals – Werkwoorden oefenen

een fout maken
Denk goed na zodat je geen fout maakt!

praten met
Iemand zou met hem moeten praten; hij is zo eenzaam.

trainen
De hond wordt door haar getraind.

overkomen
Is hem iets overkomen tijdens het werkongeluk?

wandelen
De familie gaat op zondag wandelen.

branden
Het vlees mag niet branden op de grill.

weglaten
Je kunt de suiker in de thee weglaten.

pronken
Hij pronkt graag met zijn geld.

aannemen
Het bedrijf wil meer mensen aannemen.

ontdekken
De zeelieden hebben een nieuw land ontdekt.

beschadigen
Twee auto’s raakten beschadigd bij het ongeluk.
