Woordenlijst
Bengaals – Werkwoorden oefenen

terugkomen
De boemerang kwam terug.

leiden
De meest ervaren wandelaar leidt altijd.

produceren
Men kan goedkoper produceren met robots.

protesteren
Mensen protesteren tegen onrecht.

parkeren
De auto’s staan in de ondergrondse garage geparkeerd.

eisen
Hij eist compensatie.

aannemen
De sollicitant werd aangenomen.

eens zijn
De buren konden het niet eens worden over de kleur.

belasten
Kantoorwerk belast haar erg.

bedekken
Ze heeft het brood met kaas bedekt.

bezorgen
Onze dochter bezorgt kranten tijdens de vakantie.
