Woordenlijst
Bosnisch – Werkwoorden oefenen

kiezen
Het is moeilijk om de juiste te kiezen.

helpen
Iedereen helpt de tent opzetten.

moeten gaan
Ik heb dringend vakantie nodig; ik moet gaan!

mengen
De schilder mengt de kleuren.

opletten
Men moet opletten voor de verkeerstekens.

annuleren
Hij heeft helaas de vergadering geannuleerd.

begeleiden
De hond begeleidt hen.

liegen
Soms moet men liegen in een noodsituatie.

rennen
Ze rent elke ochtend op het strand.

weten
De kinderen zijn erg nieuwsgierig en weten al veel.

aannemen
Het bedrijf wil meer mensen aannemen.
