Woordenlijst
Catalaans – Werkwoorden oefenen

aannemen
De sollicitant werd aangenomen.

optrekken
De helikopter trekt de twee mannen omhoog.

achterliggen
De tijd van haar jeugd ligt ver achter haar.

creëren
Hij heeft een model voor het huis gecreëerd.

belasten
Kantoorwerk belast haar erg.

drukken
Hij drukt op de knop.

werken voor
Hij heeft hard gewerkt voor zijn goede cijfers.

controleren
Hij controleert wie daar woont.

genieten
Ze geniet van het leven.

een fout maken
Denk goed na zodat je geen fout maakt!

blind worden
De man met de badges is blind geworden.
