Woordenlijst
Catalaans – Werkwoorden oefenen

verkiezen
Onze dochter leest geen boeken; ze verkiest haar telefoon.

dichterbij komen
De slakken komen dichter bij elkaar.

belasten
Kantoorwerk belast haar erg.

genieten
Ze geniet van het leven.

beschadigen
Twee auto’s raakten beschadigd bij het ongeluk.

verslaan
Hij versloeg zijn tegenstander in tennis.

liggen
Ze waren moe en gingen liggen.

vaststellen
De datum wordt vastgesteld.

trainen
Professionele atleten moeten elke dag trainen.

vertalen
Hij kan tussen zes talen vertalen.

sparen
Het meisje spaart haar zakgeld.
