Woordenlijst
Catalaans – Werkwoorden oefenen

rondrijden
De auto’s rijden in een cirkel rond.

misgaan
Alles gaat vandaag mis!

toebehoren
Mijn vrouw behoort mij toe.

bestrijden
De brandweer bestrijdt het vuur vanuit de lucht.

afhangen van
Hij is blind en is afhankelijk van hulp van buitenaf.

verwijderen
Onkruid moet verwijderd worden.

ontmoeten
Soms ontmoeten ze elkaar in het trappenhuis.

aanspreken
Mijn leraar spreekt me vaak aan.

ontvangen
Ze ontving een heel mooi cadeau.

parkeren
De fietsen staan voor het huis geparkeerd.

straffen
Ze strafte haar dochter.
