Woordenlijst
Deens – Werkwoorden oefenen

vergeten
Ze is nu zijn naam vergeten.

schoppen
In vechtsporten moet je goed kunnen schoppen.

beperken
Moet handel worden beperkt?

uitleggen
Opa legt de wereld uit aan zijn kleinzoon.

leren kennen
Vreemde honden willen elkaar leren kennen.

achterlaten
Ze liet een stuk pizza voor me achter.

werken aan
Hij moet aan al deze bestanden werken.

achterlopen
De klok loopt een paar minuten achter.

overrijden
Helaas worden er nog veel dieren overreden door auto’s.

gebruiken
Zelfs kleine kinderen gebruiken tablets.

bewijzen
Hij wil een wiskundige formule bewijzen.
