Woordenlijst
Deens – Werkwoorden oefenen

plezier hebben
We hebben veel plezier gehad op de kermis!

opletten
Men moet opletten voor de verkeerstekens.

ontmoeten
Ze ontmoetten elkaar voor het eerst op het internet.

vormen
We vormen samen een goed team.

controleren
De tandarts controleert de tanden.

eisen
Hij eist compensatie.

verkopen
De handelaren verkopen veel goederen.

versterken
Gymnastiek versterkt de spieren.
