Woordenlijst
Grieks – Werkwoorden oefenen

omdraaien
Je moet hier de auto omdraaien.

stemmen
De kiezers stemmen vandaag over hun toekomst.

beschermen
Kinderen moeten beschermd worden.

bekritiseren
De baas bekritiseert de werknemer.

onderzoeken
Bloedmonsters worden in dit lab onderzocht.

opkomen voor
De twee vrienden willen altijd voor elkaar opkomen.

verbonden zijn
Alle landen op aarde zijn met elkaar verbonden.

werken aan
Hij moet aan al deze bestanden werken.

vergeven
Ik vergeef hem zijn schulden.

moeilijk vinden
Beiden vinden het moeilijk om afscheid te nemen.

begrijpen
Men kan niet alles over computers begrijpen.
