Woordenlijst
Grieks – Werkwoorden oefenen

onderzoeken
Bloedmonsters worden in dit lab onderzocht.

toenemen
De bevolking is sterk toegenomen.

naar huis rijden
Na het winkelen rijden de twee naar huis.

weglaten
Je kunt de suiker in de thee weglaten.

voelen
Hij voelt zich vaak alleen.

naar huis gaan
Hij gaat na het werk naar huis.

verhuizen
Mijn neefje gaat verhuizen.

plaatsvinden
De begrafenis vond eergisteren plaats.

luisteren
Hij luistert graag naar de buik van zijn zwangere vrouw.

publiceren
De uitgever heeft veel boeken gepubliceerd.

genieten
Ze geniet van het leven.
