Woordenlijst
Grieks – Werkwoorden oefenen

verantwoordelijk zijn voor
De arts is verantwoordelijk voor de therapie.

gebeuren
Vreemde dingen gebeuren in dromen.

achtervolgen
De cowboy achtervolgt de paarden.

zorgen voor
Onze conciërge zorgt voor de sneeuwruiming.

bellen
Wie heeft er aan de deurbel gebeld?

vechten
De atleten vechten tegen elkaar.

redden
De dokters konden zijn leven redden.

liggen
De kinderen liggen samen in het gras.

bedienen
De chef bedient ons vandaag zelf.

stemmen
Men stemt voor of tegen een kandidaat.

samenvatten
Je moet de belangrijkste punten uit deze tekst samenvatten.
