Woordenlijst
Grieks – Werkwoorden oefenen

binnenlaten
Men moet nooit vreemden binnenlaten.

failliet gaan
Het bedrijf gaat waarschijnlijk binnenkort failliet.

aan de beurt komen
Even wachten, je komt zo aan de beurt!

accepteren
Sommige mensen willen de waarheid niet accepteren.

aannemen
Het bedrijf wil meer mensen aannemen.

tegenover liggen
Daar is het kasteel - het ligt er recht tegenover!

veroorzaken
Te veel mensen veroorzaken snel chaos.

rijden
Ze rijden zo snel als ze kunnen.

bevestigen
Ze kon het goede nieuws aan haar man bevestigen.

tellen
Ze telt de munten.

schrijven op
De kunstenaars hebben op de hele muur geschreven.
