Woordenlijst
Engels (US) – Werkwoorden oefenen

mengen
Je kunt een gezonde salade met groenten mengen.

bewaren
Ik bewaar mijn geld in mijn nachtkastje.

veroorzaken
Suiker veroorzaakt veel ziekten.

binnenkomen
De metro is net het station binnengekomen.

vervoeren
De vrachtwagen vervoert de goederen.

voorstellen
Ze stelt zich elke dag iets nieuws voor.

schilderen
Ze heeft haar handen geschilderd.

uitspreken
Ze wil zich uitspreken tegen haar vriend.

dansen
Ze dansen verliefd een tango.

vertellen
Ik heb iets belangrijks te vertellen.

nemen
Ze moet veel medicatie nemen.
