Woordenlijst
Engels (US) – Werkwoorden oefenen

lezen
Ik kan niet zonder bril lezen.

veroorzaken
Alcohol kan hoofdpijn veroorzaken.

gebruiken
Zelfs kleine kinderen gebruiken tablets.

horen
Ik kan je niet horen!

vervoeren
We vervoeren de fietsen op het dak van de auto.

weerzien
Ze zien elkaar eindelijk weer.

aanraken
Hij raakte haar teder aan.

bekritiseren
De baas bekritiseert de werknemer.

wonen
Ze wonen in een gedeeld appartement.

aansteken
Hij stak een lucifer aan.

redden
De dokters konden zijn leven redden.
