Woordenlijst
Engels (US) – Werkwoorden oefenen

uitspreiden
Hij spreidt zijn armen wijd uit.

negeren
Het kind negeert de woorden van zijn moeder.

beschrijven
Hoe kun je kleuren beschrijven?

onderzoeken
Bloedmonsters worden in dit lab onderzocht.

stoppen
Hij stopte met zijn baan.

dragen
Ze dragen hun kinderen op hun rug.

aanrijden
Een fietser werd aangereden door een auto.

reizen
Hij reist graag en heeft veel landen gezien.

doorgaan
Kan de kat door dit gat gaan?

brengen
De bezorger brengt het eten.

veroorzaken
Alcohol kan hoofdpijn veroorzaken.
