Woordenlijst

Engels (UK) – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/129300323.webp
aanraken
De boer raakt zijn planten aan.
cms/verbs-webp/102823465.webp
tonen
Ik kan een visum in mijn paspoort tonen.
cms/verbs-webp/80427816.webp
corrigeren
De leraar corrigeert de essays van de studenten.
cms/verbs-webp/54608740.webp
verwijderen
Onkruid moet verwijderd worden.
cms/verbs-webp/110056418.webp
een toespraak houden
De politicus houdt een toespraak voor veel studenten.
cms/verbs-webp/112755134.webp
bellen
Ze kan alleen bellen tijdens haar lunchpauze.
cms/verbs-webp/72855015.webp
ontvangen
Ze ontving een heel mooi cadeau.
cms/verbs-webp/30793025.webp
pronken
Hij pronkt graag met zijn geld.
cms/verbs-webp/130814457.webp
toevoegen
Ze voegt wat melk toe aan de koffie.
cms/verbs-webp/113842119.webp
voorbijgaan
De middeleeuwse periode is voorbijgegaan.
cms/verbs-webp/115172580.webp
bewijzen
Hij wil een wiskundige formule bewijzen.
cms/verbs-webp/123367774.webp
sorteren
Ik heb nog veel papieren te sorteren.