Woordenlijst
Engels (UK) – Werkwoorden oefenen

verbinden
Deze brug verbindt twee wijken.

studeren
Er studeren veel vrouwen aan mijn universiteit.

luisteren
Ze luistert en hoort een geluid.

kijken
Ze kijkt door een verrekijker.

aankomen
Veel mensen komen op vakantie met een camper aan.

bespreken
Ze bespreken hun plannen.

zingen
De kinderen zingen een lied.

doorbrengen
Ze brengt al haar vrije tijd buiten door.

verbeteren
Ze wil haar figuur verbeteren.

laten staan
Vandaag moeten velen hun auto’s laten staan.

lukken
Deze keer is het niet gelukt.
