Woordenlijst
Engels (UK) – Werkwoorden oefenen

terugnemen
Het apparaat is defect; de winkelier moet het terugnemen.

vergeven
Ik vergeef hem zijn schulden.

geloven
Veel mensen geloven in God.

samenbrengen
De taalcursus brengt studenten van over de hele wereld samen.

drukken
Boeken en kranten worden gedrukt.

stappen op
Ik kan met deze voet niet op de grond stappen.

vrezen
We vrezen dat de persoon ernstig gewond is.

terugbellen
Bel me morgen alstublieft terug.

toevoegen
Ze voegt wat melk toe aan de koffie.

smaken
Dit smaakt echt goed!

annuleren
Het contract is geannuleerd.
