Woordenlijst
Esperanto – Werkwoorden oefenen

afhangen van
Hij is blind en is afhankelijk van hulp van buitenaf.

geïnteresseerd zijn
Ons kind is erg geïnteresseerd in muziek.

verheugen
Kinderen verheugen zich altijd op sneeuw.

ontwikkelen
Ze ontwikkelen een nieuwe strategie.

toebehoren
Mijn vrouw behoort mij toe.

voorbijgaan
De middeleeuwse periode is voorbijgegaan.

aankomen
Veel mensen komen op vakantie met een camper aan.

schilderen
De auto wordt blauw geschilderd.

achtervolgen
De cowboy achtervolgt de paarden.

loslaten
Je mag de grip niet loslaten!

vragen
Mijn kleinkind vraagt veel van mij.
