Woordenlijst

Esperanto – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/123786066.webp
drinken
Ze drinkt thee.
cms/verbs-webp/77646042.webp
verbranden
Je moet geen geld verbranden.
cms/verbs-webp/117491447.webp
afhangen van
Hij is blind en is afhankelijk van hulp van buitenaf.
cms/verbs-webp/32685682.webp
bewust zijn van
Het kind is zich bewust van de ruzie van zijn ouders.
cms/verbs-webp/112408678.webp
uitnodigen
Wij nodigen je uit voor ons oudejaarsfeest.
cms/verbs-webp/100634207.webp
uitleggen
Ze legt hem uit hoe het apparaat werkt.
cms/verbs-webp/40946954.webp
sorteren
Hij sorteert graag zijn postzegels.
cms/verbs-webp/78773523.webp
toenemen
De bevolking is sterk toegenomen.
cms/verbs-webp/123492574.webp
trainen
Professionele atleten moeten elke dag trainen.
cms/verbs-webp/110646130.webp
bedekken
Ze heeft het brood met kaas bedekt.
cms/verbs-webp/74908730.webp
veroorzaken
Te veel mensen veroorzaken snel chaos.
cms/verbs-webp/96586059.webp
ontslaan
De baas heeft hem ontslagen.