Woordenlijst
Esperanto – Werkwoorden oefenen

produceren
We produceren onze eigen honing.

verhuren
Hij verhuurt zijn huis.

sorteren
Ik heb nog veel papieren te sorteren.

luisteren
Hij luistert naar haar.

beperken
Tijdens een dieet moet je je voedselinname beperken.

onderzoeken
Bloedmonsters worden in dit lab onderzocht.

toestaan
Men mag depressie niet toestaan.

raden
Je moet raden wie ik ben!

begrijpen
Men kan niet alles over computers begrijpen.

achterlaten
Ze liet een stuk pizza voor me achter.

willen verlaten
Ze wil haar hotel verlaten.
