Woordenlijst
Esperanto – Werkwoorden oefenen

stoppen
Hij stopte met zijn baan.

bezoeken
Ze bezoekt Parijs.

veranderen
Veel is veranderd door klimaatverandering.

uitsterven
Veel dieren zijn vandaag uitgestorven.

initiëren
Ze zullen hun scheiding initiëren.

aannemen
Het bedrijf wil meer mensen aannemen.

klinken
Haar stem klinkt fantastisch.

sparen
Het meisje spaart haar zakgeld.

hangen
De hangmat hangt aan het plafond.

benadrukken
Je kunt je ogen goed benadrukken met make-up.

leiden
Hij leidt graag een team.
