Woordenlijst
Spaans – Werkwoorden oefenen

komen
Ik ben blij dat je bent gekomen!

voeden
De kinderen voeden het paard.

veroorzaken
Alcohol kan hoofdpijn veroorzaken.

liegen
Hij liegt vaak als hij iets wil verkopen.

uitverkopen
De koopwaar wordt uitverkocht.

bestaan
Dinosaurussen bestaan tegenwoordig niet meer.

vergeten
Ze wil het verleden niet vergeten.

out-of-the-box denken
Om succesvol te zijn, moet je soms out-of-the-box denken.

sturen
Hij stuurt een brief.

stoppen
De vrouw stopt een auto.

drukken
Hij drukt op de knop.
