Woordenlijst
Ests – Werkwoorden oefenen

vragen
Mijn kleinkind vraagt veel van mij.

aanspreken
Mijn leraar spreekt me vaak aan.

eindigen
De route eindigt hier.

draaien
Je mag naar links draaien.

drinken
Ze drinkt thee.

aan de beurt komen
Even wachten, je komt zo aan de beurt!

uitkomen
Wat komt er uit het ei?

vergelijken
Ze vergelijken hun cijfers.

betalen
Ze betaalt online met een creditcard.

pronken
Hij pronkt graag met zijn geld.

samenvatten
Je moet de belangrijkste punten uit deze tekst samenvatten.
