Woordenlijst
Ests – Werkwoorden oefenen

ter sprake brengen
Hoe vaak moet ik dit argument ter sprake brengen?

vernieuwen
De schilder wil de muurkleur vernieuwen.

aanbieden
Wat bied je me aan voor mijn vis?

wegrijden
Toen het licht veranderde, reden de auto’s weg.

doorgaan
Kan de kat door dit gat gaan?

verder gaan
Je kunt op dit punt niet verder gaan.

duwen
Ze duwen de man het water in.

vertegenwoordigen
Advocaten vertegenwoordigen hun cliënten in de rechtbank.

roepen
De jongen roept zo luid als hij kan.

leiden
De meest ervaren wandelaar leidt altijd.

smaken
Dit smaakt echt goed!
