Woordenlijst
Ests – Werkwoorden oefenen

achterlopen
De klok loopt een paar minuten achter.

achtervolgen
De cowboy achtervolgt de paarden.

wijken
Veel oude huizen moeten wijken voor de nieuwe.

gooien
Hij gooit de bal in de mand.

repareren
Hij wilde de kabel repareren.

de weg terugvinden
Ik kan de weg terug niet vinden.

vrienden worden
De twee zijn vrienden geworden.

durven
Ze durfden uit het vliegtuig te springen.

overlaten
De eigenaren laten hun honden aan mij over voor een wandeling.

annuleren
Het contract is geannuleerd.

kussen
Hij kust de baby.
