Woordenlijst
Ests – Werkwoorden oefenen

bezitten
Ik bezit een rode sportwagen.

verwijderen
De vakman heeft de oude tegels verwijderd.

klinken
Haar stem klinkt fantastisch.

accepteren
Sommige mensen willen de waarheid niet accepteren.

verwijderen
Onkruid moet verwijderd worden.

vergelijken
Ze vergelijken hun cijfers.

vrienden worden
De twee zijn vrienden geworden.

betekenen
Wat betekent dit wapenschild op de vloer?

stoppen
Je moet stoppen bij het rode licht.

aankomen
Hij kwam net op tijd aan.

belasten
Kantoorwerk belast haar erg.
