Woordenlijst
Perzisch – Werkwoorden oefenen

weglopen
Sommige kinderen lopen van huis weg.

verantwoordelijk zijn voor
De arts is verantwoordelijk voor de therapie.

stemmen
De kiezers stemmen vandaag over hun toekomst.

plukken
Ze plukte een appel.

mengen
Ze mengt een vruchtensap.

brengen
De koerier brengt een pakketje.

nodig hebben
Je hebt een krik nodig om een band te verwisselen.

bezitten
Ik bezit een rode sportwagen.

verlaten
Veel Engelsen wilden de EU verlaten.

bellen
Ze kan alleen bellen tijdens haar lunchpauze.

verkiezen
Onze dochter leest geen boeken; ze verkiest haar telefoon.
